Nieuws

De leden van de Landelijke Studiegroep Zwerfstenen maken hier melding van interessante voorvallen, en nieuws-items

Determinatiemiddagen in het Hunebedcentrum in Borger (Dr.)

Determinatiemiddagen door Harry Huisman, lid van de Landelijke Studiegroep Zwerfstenen, (voorlopig) in nieuw jasje.

Online Stenenspreekuur

Het stenenspreekuur van Harry Huisman is vaste prik bij het Hunebedcentrum in Borger (Dr.). In de huidige situatie is het helaas niet mogelijk om dit op locatie te doen. Daarom wordt voorlopig het stenenspreekuur elke tweede woensdag van de maand online gehouden.

Tijdens het stenenspreekuur geeft Harry Huisman uitleg bij stenen die door jullie zijn gevonden. Iedereen kan zijn stenen tonen, het is voor jong en oud. Wie weet zit er achter jouw steen een heel bijzonder verhaal. Naast stenen, weet Harry ook heel veel van fossielen en schelpen. Je kunt hier ook vragen over stellen tijdens het stenenspreekuur.

Het stenenspreekuur is elke tweede woensdag van de maand:

  • 8 juli 13:30 – 16:00

  • 12 juli 13:30 – 16:00

  • 9 september 13:30 – 16:00

Belangrijk is dat je je aanmeldt per mail om toegang te krijgen tot de online verbinding. We organiseren het spreekuur via Skype. Je kunt zich aanmelden via:

communicatie@hunebedcentrum.nl.

Stuur ons per mail dat je graag wilt deelnemen aan het spreekuur, dan ontvang je de link om deel te nemen.

Maak van te voren ook enkele foto’s (detail en overzichtsfoto van goede kwaliteit) van de betreffende steen, fossiel, etc. Zet die op je computer. Omdat vaak het beeld op Skype niet scherp genoeg is, vertelt Harry meer over de steen op basis van de foto’s.

De meeste laptops hebben standaard een webcam en microfoon. Heb je geen webcam en microfoon op je computer? Dan kun alsnog deelnemen aan het gesprek. Andere deelnemers kunnen jou alleen niet horen en zien. Je kunt vragen stellen via de chat functie.

Heb je een vraag over een steen, fossiel of schelp maar wil je niet deelnemen aan het online spreekuur? Je kunt ook foto’s (graag detail en overzicht, in goede kwaliteit) met vragen per mail versturen naar communicatie@hunebedcentrum.nl.


Een bijzondere kei bij Donkerbroek

Sinds kort is Donkerbroek een attractie rijker. Roodachtig van kleur, behoorlijk aan zijn gewicht en vooral oud, zeer oud, 1647 miljoen jaar om precies te zijn.

Tijdens werkzaamheden aan de nieuwe vierbaansweg bij Donkerbroek stootte de bak van de graafmachine op een kei. Niet ongewoon, keien komen in Donkerbroek wel meer in de bodem voor. Een ritje door het dorp laat dit overduidelijk zien. Bij woningen en vooral rond boerderijen liggen ze bij tientallen. Het voorkomen van stenen hangt samen met een bijzondere leemlaag (keileem) dicht onder het oppervlak. Deze laag stamt uit de voorlaatste ijstijd, zo’n 150.000 jaar geleden, toen heel Noord-Nederland onder een enorm dik pakket gletsjerijs bedolven was.

De bijna 6 ton zware Aland-rapakivi van Donkerbroek (Fr.), met aan de voorzijde een roder deel. Dit is een vlak aangesneden breukzone, waar het gesteente door hematiet roder is.

Groot, groter, grootst

Graafmachines hebben doorgaans weinig moeite met stenen die in keileem voorkomen. Dit keer was het andere koek. Met veel moeite kreeg men de zware steen van graniet op de kant. De kei heeft een afmeting van 2,00x1.80x1.00 meter. Geen kleine jongen dus, hoewel er in Friesland nog veel grotere zijn gevonden.

Terzijde: de allergrootste steen lag bij Rotstergaast in de bodem. Met zijn 88 kubieke meter en een oorspronkelijk gewicht van ruim 150.000 kilo is dit de allergrootste kei in ons land. Het 44 ton zware restant van de kei trekt momenteel op het kruispunt Oude Postweg-Sydtakke bij Rotstergaast als geologisch monument de aandacht. Verhalen willen dat je er met een ossenwagen een rondje op kon rijden. Schippers hebben in de 19e eeuw een groot deel van deze kei kapot met buskruit laten springen. De steenbrokken werden verkocht om de dijken langs de Zuiderzee te versterken.

Grootste steen bij Rotstergaast, een Uppsala-graniet

Rapakivi-graniet

Met zijn gewicht van bijna 6 ton hoeven de Donkerbroekers zich niet te schamen. Zeker niet omdat de kei van een bijzondere soort is. Geologen en zwerfsteenkundigen noemen de granieten steen ‘Aland-rapakivi’. Aland-rapakivi staat ook bekend als ringetjesgraniet. In de steen komen talloze ronde kristallen voor van 1-2 cm doorsnee. Deze zijn omgeven door een smalle witte ring. Vooral bij verwering valt dit op. ‘Rapakivi’ betekent in het Fins ‘kruimelige steen’. Veel rapakivi-granieten vallen door verwering makkelijk uiteen tot steengruis. Dit doen ze overigens niet allemaal. De steen van Donkerbroek is een harde. Hij toont nagenoeg geen spoor van verwering.

De voorzijde van de Aland-rapakivi. Het gesteente is grijsrood vanwege de talloze grijsachtige ronde ovoïden, die in een meer rood getinte grondmassa ingebed zijn. Over het midden loopt een smalle seismische breuk, waarbij het rapakivigesteente aan weerszijden ervan in een 4cm brede zone intenser rood is

De seismische breuk is het gevolg van spanningen in de aardkorst (aardbevingen). Goed is te zien dat de breuk verspringt. Het gesteente aan weerszijden van de breuk is slechts millimeters verschoven

Waar komt de steen vandaan?

Aland is een archipel van duizenden kleine en grotere eilanden in Zuidwest-Finland. Het gebied ligt op de overgang van de Oostzee naar de Botnische Golf, op ruim 1500 kilometer van Donkerbroek vandaan. Het rotsgesteente op vrijwel alle eilanden in Aland bestaat uit rapakivi-graniet. De steen van Donkerbroek heeft dus een lange reis achter de rug. Vandaar dat de uitdrukking ‘zwerfkei’ niet slecht gekozen is. De steen heeft er ongetwijfeld duizenden jaren over gedaan om zijn laatste rustplaats bij Donkerbroek te bereiken.

Herkomstgebied Rapakivi

De herkomst van de steen is vrij nauwkeurig te bepalen. Dit is bijzonder, want Aland-rapakivi’s hebben een nogal variabel uiterlijk. In die van Donkerbroek komen veel grijsachtige kristallen voor. Deze verlenen de steen zijn grijsrode kleur. De combinatie van ronde, grijze geringde kristallen in een meer roodachtige grondmassa, komt overeen met de rapakivi-graniet die bij Bomarsund en op het aangrenzende eiland Prästo in het oosten van Aland als vaste rots voorkomt.

De vlak aangesneden breukzone toont een karakteristiek patroon van evenwijdig lopende splijtreten. Het oppervlak doet enigszins aan dat van een wasbord denken. Op het rode breukvlak zijn een aantal witgeringe ovoïden zichtbaar

Aardbevingssteen

Aan de zwerfkei van Donkerbroek is nog een bijzonderheid te zien. Over het midden van de kei loopt van boven naar beneden een paar centimeter brede baan waar de graniet iets roder is. In het midden ervan loopt een oude breuk. Aan weerszijden van de smalle scheur is het gesteente opvallend roder gekleurd. We hebben te maken met een seismische ofwel een aardbevingsbreuk, die lang geleden veroorzaakt is door spanningen in de aardkorst. Aan weerszijden van de breuk in het gesteente is toen het ijzermineraal hematiet afgezet. Dit veroorzaakt de roodkleuring.

Langs de breuk zijn delen van het rapakivi-gesteente iets ten opzichte van elkaar verschoven. Dit is heel fraai aan de rode zijkant aan de achterzijde zichtbaar. Hier is een tweede een breukzone zichtbaar. Op een deel van het oorspronkelijke breukvlak daar is een typisch patroon van evenwijdig verlopende breukjes te zien is. Het doet enigszins denken aan een oud wasbord. Op enkele plaatsen komen ook groene vlekken voor. Bij de aardbeving is het gesteente langs de breuk vermalen. Naderhand zijn hieruit onder invloed van warm grondwater zeer kleine, groene kristallen van een nieuw mineraal epidoot ontstaan.  

Detail van de zone met splijtreten en ovoïden. Het gesteente is hier intensiever rood door uitscheiding van hematiet (ijzeroxide)

Waar te zien?

De Aland-rapakivi van Donkerbroek is met grote waarschijnlijkheid de grootste zwerfsteen van deze soort in Friesland en misschien wel in Nederland. De kei ligt op een goed zichtbare plaats op een grasveld, opzij van de parkeerplaats, bij het ‘Witte Huis’ aan de rand van Donkerbroek. De kei is niet te missen.

Harry Huisman, februari 2020


Krantenartikel over de Markermeerdijk

De stenen van de Markermeerdijk - Schatkamer op de grens van land en water

 

Op de foto beide onderzoekers met links archeoloog Jan Willem Oudhof van de Alliantie Markermeerdijken.)

Harry Huisman en Marja Braaksma hebben zeker drie maanden over 33 kilometer dijk tussen Hoorn en Durgerdam gelopen. Niet als toerist ('al was het wel indrukwekkend mooi!') maar vooral met de blik naar beneden gericht. Naar de dijk en in het bijzonder alle natuursteen dat daar al eeuwen ligt.
Hij, stenenkenner vanuit passie, die het keiharde verleden in beeld heeft gebracht. Zij, als onmisbare assistente die alle opmerkingen noteerde en de stenen fotografeerde. Beiden lyrisch over pyterliet, rapakivi’s en niet te vergeten het wonderschone Jungfrun-graniet. Ze komen beiden uit Drenthe, en vooral hij weet door zijn passie en betrokkenheid bij het Hunebedcentrum in Borger verbazend veel over bijna elke steen te vertellen.
Hun eigen partners weten dat ze deze twee met een gerust hart los kunnen laten op de dijk. Want het gaat om keien, hier ligt een zwaarwichtig verleden. Met soms verrassende wendingen. 'Een leek ziet het natuurlijk niet, maar langs deze dijk tref je stenencollecties die uitzonderlijk mooi zijn', weet Huisman. 'Juweeltjes. Als je weet wat je zoekt.'

Zwerfsteenonderzoek was door de sterke begroeiing tijdrovend. We gingen begin juni van start langs de Westerdijk in het centrum van Hoorn.

Drentse zwerfkeien uit het Hondsruggebied op de Markermeerdijk bij Scharwoude. De roodachtige stenen zijn merendeels rapakivi-granieten. Tussen de stenen kwamen ringslangen voor.

Archeologie

Zij hebben hun omvangrijke inventarisatie afgerond op verzoek van de Alliantie Markmeerdijken. Die gaat, in opdracht van het Rijk, de Markermeerdijken verstevigen. Voor archeoloog Jan Willem Oudhof, verbonden aan de alliantie, is dat een buitenkans om nu waar mogelijk alles te verzamelen over de dijk en de historie. 'Er is al archeologisch onderzoek gedaan op meerdere plekken', vertelt hij. 'We weten redelijk wat over het verleden en over het moment waarop die stenen bekleding voor de dijken in zwang kwam. Maar over de stenen zelf en waar ze precies vandaan komen, weten we eigenlijk niet zoveel'. Dat verklaart waarom twee bevlogen stenenliefhebbers als wandelende senioren op gezette tijden de steenbekleding van de dijk bewonderen.

Stenencollectie

Buitenstaanders hebben het vooral over "noordse stenen" die de dijk tegen de golfslag moeten beschermen. Harry heeft een andere woordenschat, om de stenencollecties te kunnen benoemen. Er zijn honderden verschillende steensoorten beschreven. 'Iedereen wist wel dat het vooral graniet was, maar niet de ondersoorten’, vertelt hij. 'Oké, je kan domweg niet alle stenen afzonderlijk bekijken. Voor zover ze trouwens niet onder plantengroei zijn verstopt. Maar ik herken wel meteen de bijzondere exemplaren. En daar word je dan hebberig van, haha. We waren bang dat we iets over het hoofd zouden zien, daarom was er ook veel tijd nodig'.

Eeuwenlange blootstelling aan weer, wind en zout water doet de stenen geen goed. Korstmossen weten er wel raad mee. Ze waren soms hinderlijk aanwezig.
Allemaal Drentse stenen uit het Hondsruggebied.

Bij Etersheim waren over een lengte van vele kilometers in hoofdzaak Drentse keien verwerkt. Hier vonden we ook duidelijke aanwijzingen dat een deel van de keien van het Ellertsveld afkomstig moeten zijn. Deze werden langs het Oranjekanaal en in later jaren bij Schoonoord op schepen geladen en over de Drentse Hoofdvaart via Meppel en Zwartsluis over de Zuiderzee naar de dijk in Noord-Holland vervoerd.

In de dijk bij Oosthuizen waren behalve zwerfkeien ook massa's basalt, Doornikse kalksteen uit België, Quenastporfier, ook uit België in de dijkhelling verwerkt. Bij het gemaal Warder kwamen we zelfs drie eeuwenoude hardstenen grafplaten in de dijkhelling tegen.

Waarvandaan de keien komen? 'Uit Drenthe', is het resolute antwoord. 'Dat kan ik weer herleiden aan de steensoorten die zijn gebruikt. Die tref je vooral rondom de Hondsrug en Midden-Drenthe. Het werd nog een lucratieve handel ook: de mensen hebben daarom complete hunebedden geplunderd en soms opgeblazen met springstof'. Harry constateert dat vooral het noordelijk deel van de dijk, globaal tussen Hoorn en Etersheim, met aanvoer vanuit Drenthe is bekleed. 'Bij Etersheim vinden we lichtkleurige zandsteen, waarin je zelfs de fossiele graafsporen van honderden miljoenen jaren oude zeebodem organismen nog kan herkennen. Die Drentse keien gingen met scheepsladingen tegelijk deze kant op'. Maar al redelijk snel droogt de Drentse aanvoer op. Daarna moeten de dijkenbouwers van drie eeuwen terug de blik naar andere gebieden richten voor de aanvoer van (zwerf)keien. ,,Hoe zuidelijker je komt, hoe meer je de import herkent.” Het bijzondere is dat Harry moeiteloos de scheepsladingen of handelspartijen kan herkennen, gezien de herkomst.

Zuidelijk van Uitdam bestond de bekleding onder meer uit grote zwerfkeien die men uit Polen, Duitsland en Denemarken gehaald heeft.

Grijs granietporfier uit Finland, granietsoorten uit Zweden en uit Noorwegen. Waarmee de twee vooral willen aangeven dat de Markermeerdijken in feite een unieke geologische staalkaart van de wereldbol is, over 33 strekkende kilometers. Ooit neergelegd in de strijd tegen het water, maar in feite al miljarden jaren onderdeel van de planeet. De twee Drentse liefhebbers/kenners hebben dat alles tot in detail beschreven. Zodat de alliantie weet hoe groot de variatie aan stenencollecties is die er tussen de kruin en de waterlijn van de waterkering liggen. Voor hen is de dijk onbetwist een geologische schatkamer.

Langs het hele traject werden alle bijzonderheden en gedetermineerde stenen door Marja opgeschreven. Schrijfblokken vol. Verder fotografeerde zij bijzondere zwerfkeien.

De klus is bijna geklaard. Nog 3 kilometer tot Durgerdam. Amsterdam op de achtergrond.

Harry Huisman, 2020


Bijzonderheden langs de N34 bij Exloo - Harry Huisman

De laatste jaren bieden grootschalige reconstructies aan kruispunten in de N34 in Drenthe prachtige inkijkjes in de ondergrond van de Hondsrug. De N34 loopt van Zuidlaren tot voorbij Emmen vrijwel over de kruin van de Hondsrug. De bodemlagen die bij graafwerkzaamheden zichtbaar werden gaven bijzonder veel informatie over de opbouw van de bovenste 8 meter van deze heuvelrug. Daarnaast kwamen er veel zwerfstenen te voorschijn, vooral grote.